Al eeuwenlang vormt de veehouderij de ruggengraat van de Afrikaanse economie. In Tanzania is dit niet anders. Meer dan 80% van de werkende bevolking heeft direct of indirect te maken met de productie van voedsel. Van oudsher is de veehouderij in Tanzania een activiteit die in gezinsverband wordt uitgevoerd.
Sinds de onafhankelijkheid is de Tanzaniaanse regering druk met het verbeteren van de productiviteit in de veehouderij. Direct na de onafhankelijkheid heeft de regering het ‘Ujamaa Village Program’ doorgevoerd. Doel van dit programma was om de krachten van de gezinnen te bundelen op dorpsniveau door van bovenaf opgelegde coöperaties.
Inmiddels is deze ‘socialistische’ aanpak (grotendeels) verlaten en wordt de ontwikkeling van de veehouderij gestimuleerd door steun aan zelfstandige bedrijfjes en samenwerkingsverbanden op commerciële basis. In de veehouderij ontwikkelt zich langzaam maar gestaag een complete keten van activiteiten, van fokprogramma’s tot gezamenlijke melkverwerking en afzet.